Vaak
zie je in een nestje zwanen grijze en witte donzige 'pulletjes'. Dit komt door hun verschillende voorouders
die hier allebei voorkomen: de gewone Knobbelzwaan en de Poolse variant. Eenmaal volwassen herken je ze het beste aan de poten: Zoals je kan zien op foto 2 heeft de Gewone
Knobbelzwaan zwarte-grijze poten terwijl de Poolse Knobbelzwaan op foto 3 makkelijk
te herkennen is aan zijn grijze-roze poten. Die laatste krijgt ook alleen maar spierwitte
kuikens die spierwit blijven terwijl de Gewone Knobbelzwaan kuikens krijgt in
alle tinten grijs, daarna grijs-bruin worden en later pas wit. De kleureigenschap
van de Poolse Zwaan is reccesief, dat betekent dat in een gemengd
zwanenhuwelijk alle jongen wild-kleurige split vogels zijn. Ze hebben wèl de
eigenschap van Pools wit in de genen maar dit komt niet altijd tot uiting. Toen ik
nog Maine Coons katten fokte heb ik aardig wat gelezen over Mutaties en vererving en dit
ezelsbruggetje is me bijgebleven: Ze
hebben wèl een wit hemdje aan, maar ze dragen er een grijs/bruin wildkleurig
jasje overheen. Het hemdje slijt niet, dus dat kan de volgende generatie nog dragen, wellicht met een ander kleur vestje erover. (Je ziet het dus niet, maar ze hèbben het gen wel en kunnen het
ook doorgeven aan hun nageslacht). Daarom
kunnen 2 wildkleurige Knobbelzwanen ook witte kuikens in hun nest hebben.
Nooit meer zeggen dat Polen zwart werken dus, integendeel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten